Op de kop van het bolwerk aan de Witte Singel ligt het Sterrewachtcomplex van de Universiteit Leiden. Tussen 2005 en 2011 hebben wij de grootschalige restauratie en verbouwing hiervan voorbereid en begeleid. In het complex zijn nu collegeruimtes, een museum en een bezoekerscentrum gevestigd, onderdeel van de routing van de Hortus Botanicus. De koepels worden nog steeds gebruikt door de Werkgroep Leidse Sterrewacht. De restauratie heeft in 2011 de eerste Leidse Architectuurprijs gewonnen.
De Sterrewacht, ontworpen door Henri Camp, is gebouwd naar voorbeeld van de sterrenwacht in Sint Petersburg en werd in 1861 in gebruik genomen. Sterrenkundige Frederik Kaiser gaf opdracht voor de bouw, ter vervanging van de observatoria op het dak van het Academiegebouw. Door de ligging op het bolwerk, aan de toenmalige stadsrand, was het ’s nachts donker genoeg om vanaf het dak waarnemingen te doen. De Sterrewacht is onderdeel van een belangrijk binnenstedelijk Universiteitscomplex, met de Hortus Botanicus en het Academiegebouw.
In de loop van de twintigste eeuw is de stad fors uitgebreid. Door de toenemende lichtvervuiling werd de locatie aan de Witte Singel steeds minder geschikt voor waarnemingen. Bovendien maakten sterrenkundigen steeds meer gebruik van andere technieken en waarnemingsstations. Het wetenschappelijke instituut ‘de Sterrewacht’ verhuisde daarom naar een andere locatie. Het gebouw is toen door andere faculteiten in gebruik genomen. Tot 2006 heeft de faculteit Biologie gebruik gemaakt van het complex.
De Sterrewacht wordt nu gebruikt door de faculteit Rechtsgeleerdheid. De oorspronkelijke grote kamers zijn, waar mogelijk, hersteld. Deze worden gebruikt voor lezingen en bijeenkomsten. Elementen die herinneren aan de oorspronkelijke functie zijn behouden, zoals de voorzieningen voor de meridiaankijker aan het plafond van de observatiezaal, links op de foto. Verder zijn er een nieuw trappenhuis en een lift toegevoegd, en zijn de installaties, waaronder de balansventilatie, in het pand geïntegreerd.
In de kelder is een bezoekerscentrum gerealiseerd, dat vanuit de Hortus Botanicus te bereiken is. De kelder – deels nieuw, deels bestaand – heeft door de muren in ruw metselwerk een ruige uitstraling, die contrasteert met de strakke en moderne inrichting. Door een nieuw, ovaalvormig venster in de begane grondvloer, een verwijzing naar het legraam met glas-in-lood boven het trappenhuis, komt diffuus daglicht binnen in het bezoekerscentrum. In de kelders zijn tentoonstellingen ingericht. Bezoekers kunnen ook rondleidingen volgen naar de antieke telescopen in de koepels.
Bij de restauratie zijn alle bouwkundige gebreken hersteld. Dit betrof veel metselwerk en natuursteen, maar ook houtwerk van balklagen en kozijnen, en veel roestend ijzerwerk. De veranda’s, die voor de faculteit Biologie waren verbouwd tot klimaatkamers, zijn in hun oude luister hersteld. Ook is de zinken dakbedekking van de zijvleugels gereconstrueerd en zijn de bovendakse balustrades grotendeels opnieuw gemaakt.
Voor de restauratie van de draaibare koepels op het dak is vooraf een plan van aanpak gemaakt in samenwerking met de faculteit Sterrenkunde, de Leidse Instrumentmakersschool en specialisten van de Sterrenwacht in Dwingeloo. De koepels zijn in hun geheel afgenomen, en hersteld in een tijdelijke bouwloods op het terrein. Hierdoor was het mogelijk de koepels onder geklimatiseerde omstandigheden te restaureren en te reviseren. Alle bewegende delen zijn weer gangbaar gemaakt, het bijzondere gekromde timmerwerk is hersteld, en alle koepels zijn voorzien van een nieuwe zinkbekleding.
Op basis van kleurhistorisch onderzoek zijn de afwerkingen en kleuren vastgesteld. In het centrale bouwdeel is bij het onderzoek stucco lustro aangetroffen, een marmerimitatie. Een gedeelte hiervan kon worden vrijgelegd en geretoucheerd, en een gedeelte is op basis daarvan gereconstrueerd. Hierdoor heeft de Sterrewacht zijn oorspronkelijke statige uitstraling teruggekregen.
Foto’s: Elinoor Veldman, Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Beeldbank Defensie.